Ochtendstond geeft Lagavulin en Laphroaig in de mond

Geen betere manier om je dag te beginnen dan met een whisky of drie. Vrolijk zwaaien we naar een Schot die aan de verkeerde kant van de weg rijdt en schaapachtig teruglacht. Op Islay ben je zelden de enige die een glaasje op heeft. We zijn onderweg naar Laphroaig. Diepe voren lopen in het landschap waar nog volop turf wordt gestoken. We hebben best tijd voor een kleine detour en stoppen eerst bij Lagavulin. Met £60 is een fles Lagavulin Distillers Edition een tikje aan de prijs, maar we verliezen het van onze impulsiviteit.

“Tsja, volgens de Schotse wetgeving mag ik geen alcohol verkopen voor tien uur ’s ochtends,” stelt het meisje achter de kassa ons teleur. “Wat ik wél mag is jullie iets te drinken aanbieden. Lopen jullie mee?” We worden naar een oubollig ingerichte kamer met maritiem georiënteerde schilderijtjes, kachel, barometers en luie zetels geleid. “Wat kan ik jullie inschenken?” vraagt ze. Nou, de twaalf jaar oude cask-strength Lagavulin Limited Edition lijkt ons wel wat. Wat een bof dat Jaap vanochtend zo sportief heeft gereden. Op de antieke klok zien we dat het vijf voor tien is.

Voor het mooiste uitzicht op de destilleerderij met zijn karakteristieke stooktorens en hagelwitte pakhuizen aan de baai lopen we naar Dunnyveag Castle. “Ga maar snel jongens, voor het te heet wordt.” Het wordt vandaag 28℃ en dat zijn ze op Islay niet gewend. Vanaf de brokstukken van de kasteelruïne ruiken we het zeewier en de verrottingsstank van de getijdenpoelen onder ons. De muren van Lagavulin weerkaatsen het felle zonlicht en worden weerspiegeld in het kalme water.

whiskyreis IslayOp een steenworp van Lagavulin parkeren we voor de deuren van Laphroaig. De jongens van deze destilleerderij hebben het begrepen: een rokerige turfwhisky, zeven stills en eigenwijze marketing. Iedereen die een fles Laphroaig koopt kan namelijk lid worden van de Friends of Laphroaig. Waarom je dat zou doen? Omdat je dan een vierkante voet drassig veenland tegenover de destilleerderij je eigen grond mag noemen. En als je je eigen stuk grond komt bezoeken, dan krijg je de jaarlijkse rente in flesvorm aangeboden. In ons geval een klein flesje tien jaar oude cask-strength. Verder krijg je rubberlaarzen, een plattegrond om je land te vinden en een certificaat. De laarzen mag je niet houden.

Ook als je (nog) geen vriend van Laphroaig bent is er reden genoeg de destilleerderij toch te bezoeken. Nadat ik nogal knullig mijn knie openhaal door voor de pakhuizen onderuit te gaan, staan de bloedverdunners binnen al klaar. “Care for a dram, lads?” Over een gratis refill wordt niet moeilijk gedaan, zodat we voor de tweede keer deze ochtend met een glas whisky in comfortabele zetels zitten. Nu mogen we met de achttien jaar oude Laphroaig loungen. Het enige nadeel van Islay is dat er zoveel destilleerderijen zijn – acht maar liefst. Iets zegt ons dat we vandaag niet veel verder dan twee zullen komen. Ah, het is de meneer achter de balie. “Nog een glaasje Laphroaig Triple Wood, jongens?” Ja, lekker.

Metalfestival in de Litouwse bossen
Abchazisch optimisme