Het is een beetje een logistieke uitdaging: een festival in Litouwen bezoeken. Na je vlucht en een eind rijden moet je die open plek in het bos nog zien te vinden. Kilkim Žaibu is al begonnen als we ‘s middags het festivalterrein oprijden. We zijn nog net op tijd om twee volwassen kerels in gewatteerde wapenrusting op Žemaitukas te zien zitten – kleine Samogitians, een oud Litouws ponyras. Een beetje potsierlijk is het wel. Het is heet vandaag en zelfs zonder zware helmen op hebben we behoorlijk dorst. De halve liters donkere Švyturys zijn gelukkig niet duur.
De Wit-Russen van Stary Olsa zijn de eerste band die we zien. Met hun duda, lier, mondharp, ocarina, berkenbasttrompet, luit, mandoline en keur aan andere instrumenten spelen ze niet alleen middeleeuwse muziek, maar ook geweldige covers van Nirvana en Deep Purple. Wit-rood-witte vlaggen wapperen in het publiek; Wit-Russen die elf uur hebben gelift om dronken te worden van de in Litouwen beduidend goedkopere wodka gaan compleet uit hun dak. We missen er de gevechtscirkel door, waar krijgers onder op houten palen geplaatste geitenschedels om de Bliksemzwaardtrofee vechten.
De thrashers van Desaster trappen het metalgedeelte van het festival af en laten er geen gras over groeien. Tien jaar nadat ik ze op Open Hell Fest zag zijn de Duitsers nog geen spat subtieler geworden. Deze Queens of Sodomy met hobby’s als haat, satanisme en oorlog zijn vandaag bijzonder goed geluimd en met een grote grijns op het gezicht wordt de ene killer riff na de andere ingezet. De zon schijnt en het publiek danst. Dat de introverte IJslanders van Sólstafir daarna met hun depressieve post-metal het publiek voor zich weten te winnen is een prestatie van formaat.
Om af te koelen gaan we zwemmen in het Lūkstasmeer, pal naast het podium. Langharig metaltuig scheurt schaterlachend op waterfietsen voorbij met sproeiende fonteinen in hun kielzog. Het Vikingschip heeft haar zeilen gestreken voor vandaag en vaart morgen pas weer. Het is dan ook de hoogste tijd voor de echte Vikingen van Einherjer, uit Noorwegen. Het nog brandende skelet van het Midzomernachtvuur herinnert aan The Wicker Man, een draakvormige wolk lijkt de volle maan boven het meer te willen verslinden en de rauwe strot van Frode Glesnes doet de rest.
Aan Obtest de ondankbare taak de dag af te sluiten, maar de Litouwers hebben fans meegenomen die duidelijk meer dan drie bier op hebben. Het geluid in de Baltische bossen is perfect. Rode capes, zwaarden en vuurspuwen – ik was met minder tevreden geweest, maar ik val om van de slaap. Gelukkig kan ik ook in mijn slaapzak op de stiltecamping elk nummer nog duidelijk horen.