Kilkim Žaibu

“Heidense vuren om Midzomernacht te vieren, er wordt Vikingrugby gespeeld en je mag zelfs op een Vikingschip meevaren.” Een betere sales pitch heeft Kilkim Žaibu, het grootste metalfestival van de Baltische Staten, niet nodig. Dat er met Wardruna, Moonsorrow, Skyforger, Rotting Christ, Vulture Industries en Nokturnal Mortum ook nog goede bands optreden is mooi meegenomen. We schuiven precies op tijd aan om de eerste band te missen. De tentstokken van Wybs vierpersoons tent missen we eigenlijk veel meer. “Nee, dat is niet grappig,” waagt hij onze analyse in twijfel te trekken. Een speurtocht naar geschikte takken loopt op niets uit, waarna Gijs, Nelleke en Wyb zich genoodzaakt zien de eerste nacht in de bus door te brengen.

We hadden natuurlijk het festivalboekje, waarin tenten te huur werden aangeboden, wat beter kunnen lezen. Een programmaboekje overigens met prachtige zinsneden. Vooral naar het nachtelijk vertier hier in Litouwen kijken we uit: “Ancient program with wreaths floating in the lake, dancing and singing around the bonfires, men and women song competitions, beer contest – who drinks and don’t get drunk before sunrise, at the sunrise sings all those who remained alive.”

Zo ver is het nog niet: eerst zien we Vilki uit Letland. Mannen van middelbare leeftijd die uit volle borst soldatenliederen zingen en in hun vrije tijd niets liever doen dan in militaire uniformen vanuit hun blokhut het bos inrennen. Ook de daaropvolgende band, Percival Schuttenbach uit Polen, speelt in op de meer visueel ingestelden onder ons. De zangeres en celliste met uitdagend uitgesneden jurk spelen energieke folk metal en de sfeer zit er op de folkavond – voor sommigen toch de zuipavond van festival – al behoorlijk in.

Tijdens de langste dag van het jaar waagt Daan zich aan een potje Vikingrugby. Lovend beschrijven Gijs en Rudolf hoe hij in zijn eentje het voltallige team van de tegenstander bezighoudt. In de Kovis Ratas, de gevechtscirkel, is de actie inmiddels ook begonnen. De met geitenschedels versierde toegangspoort leidt ridders in een omheining waarbinnen met grof geweld op elkaar wordt ingehakt. Geen “Ik heb je geraakt; jij bent af!” zoals we van re-enactment in West-Europa kennen, maar net zo lang met een zwaard of bijl op de ander inhakken tot het schild versplintert of de metalen helm er een extra deuk bij krijgt. Met ons verantwoordelijkheidsgevoel netjes thuis in Nederland sporen we de vechtersbazen aan er nog wat harder op te meppen.

Het ons onbekende Vulture Industries uit Noorwegen is de verrassing van het avondprogramma. Avantgarde black metal over waanzin, innerlijke strijd en demonen. Kledingadvies: een witte blouse met zwarte bretels. Ik weet niet wat de zanger gebruikt, maar ik zou er zelf graag ook wat van hebben. Doordringende ogen, indien mogelijk bovenop dingen klimmen en een loopje waar ze bij het Ministry of Silly Walks jaloers op zouden zijn. Ze verkopen ook cd’s voor de liefhebbers: “If you think Vulture Industries is the absolute worst band in the world – If you think Vulture Industries sucks donkey cock – You can STILL buy a cd, and give it to someone you HATE!” En ik dacht dat de sales pitch van Kilkim Žaibu goed was.

(Baltisch geraas met Daan, Eva, Gijs, Judith, Nelleke, Rudolf, Vera en Wyb)

Doen waar je zin in hebt
Extra whisky op Jura